
Een of meer cockpit (controle) lampjes doen het niet
Wanneer een controle lampje in de cockpit het niet doet is de oorzaak
meestal snel gevonden namelijk de contacten van de lampjes.
De lampjes zitten geklemd in een folie printplaat binnenin de cockpit
en de contacten van de lampjes roesten nogal snel waardoor de lampjes
geen kontakt meer maken.
De oplossing voor een dergelijk probleem is eenvoudig, verwijder de
cockpit en maak deze open, haal de lampjes eruit en maak de aansluitingen
schoon. Wees wel voorzichtig met de folie print in de cockpit, deze is
redelijk snel onherstelbaar beschadigd.
Wanneer het probleem niet verholpen is kan naar een andere oorzaak
gezocht worden zoals de bedrading of de bewuste sensoren.
De oliedruk sensor is een schakelaar die zich aan de zijkant van het
blok bevindt, in de buurt van de schakelpook. Door de draad los te
maken en de schakelaar door te meten met een multimeter zal snel
duidelijk worden of de schakelaar werkt.
De schakelaar zal normaal een gesloten kontakt geven en het
oliedruklampje hoort te branden, na het starten van de motor zal de
schakelaar verbreken en de lamp zal uit gaan. In het slechtste geval
zit de oorzaak van het probleem niet in de sensor maar in de
oliedruk zelf die niet hoog genoeg is maar daar kunnen we beter niet
aan denken.
De remlicht schakelaar is gekoppeld aan een niveauschakelaar in de
remvloeistof. De remvloeistof bevindt zich in een tankje op de
remcilinder van de voorrem welke zich onder de tank bevindt.
De tank dient hiervoor losgekoppeld en verwijderd te worden waarna de
sensor direct zichtbaar wordt en deze door te meten is, het kontakt is
een massa kontakt.
Het neutraal lampje wordt direkt gestuurd door een massa schakelaar
onderin de versnellingsbak, wanneer het probleem in deze schakelaar
zit dan heeft dat tevens tot gevolg dat de motor niet meer wil starten
zonder dat de koppeling ingeknepen wordt (mits de schakelaar in de
koppeling handle het nog wel doet).
Het richtingaanwijzer controle lampje, de minst belangrijke, komt
direkt vanaf een aparte aansluiting op de clignoteur. Het is mij een
raadsel waarom deze aansluiting apart is maar het is zo. Deze
aansluiting heb ik tevens gebruikt voor een zoemer waardoor ik niet
meer vergeet om de richtingaanwijzer uit te zetten.
Het laadcontrole lampje is aangesloten tussen de plus van de accu en de uitgang van de spanninsregelaar, wanneer er wel accuspanning is maar geen spanning op de spanningsregelaar dan gaat dit lampje branden. Deze situatie treedt steeds op wanneer het contact wordt aangezet zolang de motor niet gestart wordt. Het laadcontrole lampje is dan dus getest.
Kijk ook in het schema van de cockpit voor een duidelijk beeld, zie index !
(c) W.P.Barendsen 1998